terug

Aflevering 23: mutaties

voorkant map.JPG
foto map.JPG
Binnenkant map.png
Eerste gedicht.png
Eerste ets.png
Tweede gedicht.png
Tweede ets.png
Derde gedicht.png
Derde ets.png
Vierde gedicht.png
Vierde ets.png
Colofon.png
Figuurtje.jpg

'Mutaties' is het drieëntwintigste deel van Hoofts Bibliofiele Serie. Het werk bevat vier gedichten van Frank De Crits en vier etsen van Roel Richelieu Van Londersele.

Type
boek
Onderwerp
Herwig Leus
Willem M. Roggeman
Bewaarinstelling
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Datum van creatie
03.1981
Maker
Roel Richelieu Londersele, van
Frank Crits, de
Medewerker
Leus, Herwig
Roggeman, Maurits Willem
Materiaal/Afmetingen
papier: vélin d'arches 250 g
hoogte: 670 mm
breedte: 520 mm
Objectnummer
D/1981/2012/2
Taal
Nederlands
Locatie/Tijd
uitgeverij Hooft: Aalst
map vervaardigd door Boekbinderij Vits: Brussel
mapornament gezeefdrukt door Jev Screen: Mariakerke
etsen gedrukt door Roger Van Akelijen: Antwerpen
Rechten
Geen Creative Commons - Alle rechten voorbehouden
Transcriptie
[gedicht 1]

gewoon een dichtertje

zij schudt de kaarten dooreen.
met een tijdeloze blik werpt ze
zonder mededogen noodlot op
tafel. het dichtertje bestand tegen
afgesproken spel en niet kleinzerig
verdwaasd door allerlei veronder-
stellingen denkt boven de wet
te staan een uitzondering op de
regel te zijn. de zijden draad
ontneemt echter elke twijfel.
dichtertjes zijn gewone mensen en
gooien niet ongestraft teerlingen
naar het hoofd van het fatum.

[gedicht 2]

een vrije vogel

vanuit de sloep der onzekerheid oogt
het dichtertje stroef door een patrijspoort
naar de drijvende doodskist. niet hij
is de klos noch de snoeshaan maar zij
die aan het bakboord van het leven
staan stom en onwetend over wat er
te redden valt over wat aan te vangen
met de wind. het gevangen dichtertje
zonder god noch meester streelt
de gedachte dat zelfs de schone
beter mooi dan vrij is, want dan
gaat de boot kapseizen en ziet hij
de vrijheid op haar kop nog vrijer.

[gedicht 3]

een voorbeeldig gedicht

de verbeelding lacht. haar profiel
is zogenaamd prachtig en gezellig.
tot op een zekere hoogte, orakelt
het dichtertje, mokkelend. er
hangt een schaduw aan de
wolken van de einder, er stijgt
een vleugje dood uit haar oog.
dood en verbeelding leveren een
achterhoeds gevecht. de buit
wordt verdeeld en het dichtertje
kijkt nauwgezet toe: hier een werk-
woord daar een naamwoord enz.
zo ontsnapt het voorbeelding gedicht.

[gedicht 4]

de schone troostend

wat jut de schone zichzelve op
om van lieverlede en allengs op
straat tussen de sjamfoeters en
de belhamels het dichtertje te
troosten. dat woorden toch geen
kruid zijn voor zijnen boog zijn waar-
mee hij ideeën schiet, dat zinnen
toch geen weerlicht voor zijn geweer
zijn waarmee hij klanken spuit.
't dichtertje snauwt naar de lucht:
ze is van mij en ze blijft van mij.
de schone zegt daarbij: geen nood
de mensjes hier die kunnen niet lezen.
Tags
Hoofts bibliofiele serie, Uitgeverij Hooft