Aflevering 2: Paul Snoek - Ik heb vannacht de liefde uitgevonden

Ik heb vannacht de liefde uitgevonden van Paul Snoek (1933-1981), verscheen in oktober 1973 als tweede deel van Hoofts bibliofiele serie. Doorheen zijn leven wist Snoek niet enkel carrière te maken als experimenteel dichter, maar hield hij zich ook sterk bezig met de schilderkunst. Een combinatie die zijn vruchten wist af te werpen in Ik heb vannacht de liefde uitgevonden. Het werk bevat dan ook, naast de negen gedichten, drie kleurrijke gouaches van Snoeks hand. Daarnaast is de kunstmap aangevuld met alle versies van het originele handschrift, gaande van kladversies tot doedels. 

Snoeks bijdrage aan Roggeman en Leus’ project bleef niet bij slechts één enkele map. Zo voorziet hij acht jaar later, in 1981, ook het tweeënentwintigste deel van de serie, De zangen van lesbos.

COVER.JPG
Voorblad.JPG
kladbladen 1.PNG

Het schrijfproces

SNOEKS KLADVERSIES 

De genummerde versies van het originele handschrift geven een gedetailleerde inkijk in Snoeks schrijfproces. Zo leggen de kladversies van 'gedicht voor beginnelingen' de genealogie ervan bloot en wordt zichtbaar welke aanpassingen in welke fase werden gemaakt. Opvallend is dat er slechts enkele woorden van de eerste versie nog herkenbaar zijn in de laatste. In een interview uit 1979¹ blijkt dat dat een typerende werkwijze was van Snoek, hij begon telkens met het verzamelen van ideeën totdat hij een blad vol had, om daar dan een verband in te zoeken. Dat leidde, na wat kneden, tot het eindresultaat.

Het schrijfproces

SNOEKS DOEDELS

De kladbladen van 'onaangenaam gesprek (maar niet voor mij)', zijn veel kleurrijker dan de voorgaande, door de aanwezigheid van doedels. Die doedels leken Snoek te helpen met het vinden van de juiste woorden. Een voorbeeld is de beschrijving “een vergeten maan in een fles”, die waarschijnlijk is voortgekomen uit zo een doedel. De kladbladen geven op die manier niet enkel een inzicht in Snoeks schrijfproces, maar ook in zijn denkproces.

kladbladen 2 .png
gedicht 1.png
gedicht 2 .png
gedicht 3 .png
gedicht 4 .png
gedicht 5 .png
gedicht 6 .png
gedicht 7 .png
gedicht 8 .png
gedicht 9 .png

Gedichten opgebouwd uit beelden

Snoeks gedichten zijn moeilijk onder één noemer te plaatsen en dat is ook het geval in Ik heb vannacht de liefde uitgevonden. Zo is gedicht acht, 'onaangenaam gesprek (maar niet voor mij)', sterk pessimistisch terwijl het daaropvolgende gedicht, 'zuurstof voor een luchtkasteel', een bepaalde vitaliteit vertoont, ook al blijft het sarcasme niet ver weg. Naast deze toonverschillen, vertonen de gedichten toch een hechte thematische samenhang doordat Snoek verschillende beelden creeërt in zijn poëzie die bijdragen aan wat de titel verkondigt: het uitvinden van en het reflecteren op zijn ervaring met de liefde. Volgens Snoek zijn het dan ook beelden zoals "liefde laten zwemmen in papieren brieven", die de complexe emoties in zijn gedichten beter vatbaar maken doordat ze spreken tot de verbeelding.

De beelden bij de gedichten

Niet enkel creëerde Snoek beelden in zijn poëzie, ook wist hij zijn gedichten in Ik heb vannacht de liefde uitgevonden aan te vullen met drie handgeschilderde gouaches. De gouaches zijn geschilderd in een stijl die aanleunt bij Cobra en lijken, buiten hun experimentele karakter, weinig te maken te hebben met de gedichten. Toch komen enkele trefwoorden uit de gedichten ook terug in Snoeks waterschilderijen. Zo is het vuurwerk, zoals beschreven in 'gedicht voor gisteren' en 'zuurstof voor een luchtkasteel', zichtbaar op de tweede gouache. In het algemeen zijn er overwegend natuurelementen op de tekeningen afgebeeld, elementen die Snoek ook wist te verwerken in elk van de negen gedichten.

Oorspronkelijk was het in 1972 Snoeks plan om enkel nog te focussen op zijn carrière als schilder. Echter kwam hij later tot het besef dat “sommige dingen niet kunnen geschilderd worden, maar wel geschreven”². Ik heb vannacht de liefde uitgevonden lijkt een vrucht te zijn van dat besef, wat een kunstmap met zowel woord als beeld heeft opgeleverd.

gouache 1.png
gouache 2.heic
gouache 3.heic

Voetnoten

¹ Het interview werd afgenomen in maart 1979 door Willem M. Roggeman en een jaar later gepubliceerd in Beroepsgeheim 3 (1980).

² Roggeman Willem M. (1980). Paul Snoek. Beroepsgeheim 3, 97-116, DBNL. Geraadpleegd op 20/06/2024 via https://www.dbnl.org/tekst/rogg003bero03_01/rogg003bero03_01_0008.php